Dit is de 213e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit, Jurgen het over:
Slimmer presteren volgens de Noren met Gertjan Ettema
Waarom levert Noorwegen zoveel wereldtoppers in de sport? Voor een land met slechts 5,5 miljoen inwoners is het aantal succesvolle atleten indrukwekkend. Van langlauficonen als Bjørn Dæhlie en Johann Olav Koss tot wielerfenomenen als Kristian Blummenfelt en Karsten Warholm – de Noren lijken een onuitputtelijke bron van sporttalent te hebben. Wat is het geheim?
In deze aflevering duiken we samen met Gertjan Ettema, hoogleraar biomechanica aan de Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie (NTNU), in het Noorse model voor talentontwikkeling en ontdekken we waarom langlaufers uitstekende wielrenners kunnen worden.
Hoe Noorwegen de basis legt voor topsport: Janteloven en de Noorse jeugdsportcultuur
Een van de kernwaarden in Noorwegen is Janteloven, een sociaal principe dat benadrukt dat niemand zich boven de groep moet verheffen. Dit is niet bedoeld om uitblinkers te onderdrukken, maar juist om een cultuur te scheppen waarin samenwerking en langetermijnontwikkeling centraal staan.
Dit zie je terug in de Noorse jeugdsport:
- Tot 12 jaar worden er geen ranglijsten of uitslagen bijgehouden.
- Clubs moedigen kinderen aan om meerdere sporten te beoefenen, zonder vroege specialisatie.
- De nadruk ligt op plezier en ontwikkeling, niet op presteren en winnen.
Volgens Ettema zorgt deze aanpak ervoor dat jonge atleten langer gemotiveerd blijven en minder snel afhaken. Het leidt tot een brede motorische ontwikkeling, wat later in hun carrière een enorm voordeel kan zijn.
Waarom zijn langlaufers zo’n goede wielrenners?
Een opvallende trend in de sportwereld is dat Noorse langlaufers regelmatig overstappen naar het wielrennen – en daar ook slagen. Ettema legt uit waarom:
- Langlaufen is een ultieme duursport: het vereist een combinatie van kracht, uithoudingsvermogen en coördinatie.
- De “double poling“-techniek, waarbij atleten hun bovenlichaam gebruiken om snelheid te genereren, ontwikkelt veel kracht en stabiliteit in de romp en armen.
- Veel fysiologische en biomechanische aspecten van langlaufen komen terug in het wielrennen, zoals duurvermogen en efficiënt energiegebruik.
Hierdoor zijn talentvolle langlaufers interessant voor professionele wielerploegen en maken ze vaak een succesvolle overstap.
De wetenschap achter traptechniek op de fiets
Ettema heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar traptechniek en biomechanica bij fietsen. Een veelgehoorde tip is dat wielrenners “rond” moeten trappen om efficiënter te zijn. Maar klopt dat wel?
Volgens zijn studies is het antwoord genuanceerd:
- De meeste kracht wordt geleverd wanneer de crankarm op 3 uur staat, omdat je benen daar loodrecht op de pedalen duwen.
- Proberen om kracht te verdelen over de hele trapbeweging kan ervoor zorgen dat je juist minder kracht levert waar het echt telt.
- De natuurlijke trapbeweging van een ervaren fietser is vaak al optimaal. Overmatig focussen op een “ronde” techniek kan juist contraproductief werken.
Toch kan het in sommige gevallen voordelig zijn om kracht iets beter te verdelen, bijvoorbeeld om vermoeidheid uit te stellen. Het blijft een interessante balans tussen biomechanische efficiëntie en fysiologische vermoeidheid.
Kun je de krachten van een schansspringer nabootsen?
Naast langlaufen en wielrennen heeft Ettema ook onderzoek gedaan naar schansspringen. Hierin analyseerde hij welke krachten een springer genereert bij de afzet en hoe deze te optimaliseren zijn. Opvallend was dat deze krachten niet eenvoudig na te bootsen in andere trainingssituaties. Dit benadrukt hoe uniek en specifiek de fysieke eisen van schansspringen zijn.
Vertrouw op je gevoel
Wat kunnen we leren van de Noorse aanpak? Ettema benadrukt dat het lichaam vaak zelf de beste manier van bewegen vindt. Technologie kan ons helpen inzichten te krijgen, maar te veel focus op data kan ons ook afleiden. Dit geldt niet alleen voor fietstechniek, maar ook voor training en wedstrijdstrategie.
Kortom: wil je slimmer presteren? Blijf kritisch, experimenteer en vertrouw op je eigen gevoel. Dat is misschien wel de grootste les die we van de Noren kunnen leren.
Vragen die in deze aflevering worden beantwoord zijn:
1. Wat maakt de Noorse aanpak van jeugdsport zo uniek?
Noorwegen richt zich op een brede motorische ontwikkeling zonder vroege specialisatie. Tot 12 jaar worden er geen ranglijsten of uitslagen bijgehouden en kinderen worden aangemoedigd om meerdere sporten te proberen. Dit leidt tot meer plezier en minder afhakers, terwijl atleten op latere leeftijd sterker en veelzijdiger zijn.
2. Waarom maken langlaufers vaak de overstap naar wielrennen?
Langlaufen vereist een combinatie van kracht, uithoudingsvermogen en coördinatie, wat ook essentieel is in wielrennen. Vooral de double poling-techniek zorgt voor een sterk bovenlichaam en stabiliteit, wat wielrenners helpt bij sprints en tijdritten. Hierdoor kunnen langlaufers succesvol overstappen naar de wielersport.
3. Klopt het dat je “rond” moet trappen op de fiets?
Niet per se. Uit biomechanisch onderzoek blijkt dat de meeste kracht geleverd wordt wanneer de crankarm op 3 uur staat. Proberen om kracht over de hele trapbeweging te verdelen, kan ertoe leiden dat je minder efficiënt fietst. Ervaren wielrenners trappen vaak al op een optimale manier zonder dat ze zich daar bewust van zijn.
4. Wat kunnen we leren van de Noorse topsportcultuur?
De Noorse aanpak draait om langetermijnontwikkeling en plezier in sport. De focus ligt niet op winnen op jonge leeftijd, maar op het ontwikkelen van veelzijdige vaardigheden. Dit zorgt ervoor dat atleten langer gemotiveerd blijven en minder snel uitvallen.
5. Is het mogelijk om de kracht en techniek van een schansspringer te trainen in andere sporten?
Niet echt. Uit onderzoek blijkt dat de krachten die een schansspringer genereert tijdens de afzet uniek zijn en moeilijk te reproduceren in andere trainingssituaties. Dit onderstreept hoe specialistisch en technisch deze sport is.
6. Hoe belangrijk is het om op je gevoel te vertrouwen in sport?
Volgens Gertjan Ettema kiest het lichaam vaak vanzelf de meest efficiënte manier van bewegen. Te veel focussen op data en technologie kan averechts werken. Het is goed om wetenschap te gebruiken, maar uiteindelijk blijft je eigen gevoel een belangrijke factor in prestaties.
Handige bronnen en links:
- Werkzaamheden en publicaties van Ettema: https://www.ntnu.edu/employees/gertjan.ettema
- Presentatie van Ettema met de prikkelende titel ‘Humans are not designed for cycling’: https://www.youtube.com/watch?v=ueCSjdhCL-g
- Aflevering 139 over traptechniek tijdens het fietsen: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-7/139-je-trapbeweging-op-de-fiets-trainen-zit-er-dans-in-je-cadans/
- Aflevering 202 met Ettema’s collega Dionne Noordhof: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-10/202-slimmer-presteren-met-kennis-van-je-menstruatiecyclus-met-special-guest-dionne-noordhof/