Categorieën
Seizoen 12 Sport psychologie

242. Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

Leer hoe vloeken tijdens het sporten je pijnbeleving en prestaties beïnvloedt. Gerrit en Jurgen gaan met Filip de Groeve en Guido Vroemen op zoek naar het grensvlak tussen taal, emotie en slim presteren.

Home » Afleveringen » Seizoen 12 » 242. Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

Dit is de 242e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit, Jurgen het over:

Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

Kak, shit, K met peren. Wie ooit tot het uiterste moest in een wedstrijd die totaal niet ging zoals gepland, weet hoe snel zulke woorden uit je mond kunnen vliegen. Soms lucht het op, soms klinkt het vooral gênant terug op de finishvideo. Maar kan een potje vloeken je sportprestatie echt verbeteren, of is het gewoon een emotionele ontlading zonder effect?

In deze aflevering zoeken we uit wat de wetenschap zegt over de relatie tussen vloeken en sportprestatie. Met bijdragen van taboestrijder Filip de Groeve en sportarts Guido Vroemen ontdekken ze hoe krachttermen, pijn en prestatie met elkaar verweven zijn.

De kracht van een goed gekozen vloek

Het begint als een luchtig onderwerp, maar Gerrit en Jurgen komen er al snel achter dat vloeken in sport verrassend serieus wordt onderzocht. In verschillende studies lieten onderzoekers proefpersonen fietsen, knijpen of sprinten terwijl ze bewust een scheldwoord uitspraken. De uitkomst was opvallend: wie vloekt, levert gemiddeld meer kracht en houdt de inspanning iets langer vol.

De verklaring ligt volgens Jurgen in het lichaam zelf. Vloeken activeert de fight-or-flight-reactie, een oeroud mechanisme dat adrenaline losmaakt en pijn tijdelijk onderdrukt. Het is alsof je hersenen even denken dat er gevaar dreigt, waardoor je iets dieper in je reserves kunt tasten. Vooral bij korte, explosieve inspanningen lijkt dat effect merkbaar. Bij duursport is het nauwelijks terug te vinden.

Filip de Groeve: taboewoorden raken het brein direct

Om te begrijpen waarom juist vloeken dat effect heeft, bellen Gerrit en Jurgen met Filip de Groeve. Hij onderzoekt hoe taal, emotie en gedrag elkaar beïnvloeden en gebruikt vloeken in zijn optredens om te laten zien hoe taboes ons in het dagelijks leven beperken. Volgens Filip zit de werking van vloeken niet in de klank, maar in de emotionele lading die het woord draagt.

Taboewoorden zijn in onze jeugd met gevoel geladen doordat ze verboden zijn. Daardoor worden ze in het brein niet op dezelfde plek verwerkt als gewone woorden, maar in gebieden die met emotie en impuls te maken hebben. Dat verklaart waarom een echt vloekwoord een lichamelijke reactie oproept, terwijl een verzonnen krachtterm dat niet doet.

Tijdens zijn optreden laat Filip zien dat testpersonen beter pijn konden verdragen wanneer ze een echt vloekwoord gebruikten. Zodra ze overschakelden op een verzonnen woord, verdween het effect.

Vloeken als self-talk

In sportpsychologisch onderzoek wordt vloeken steeds vaak gezien als een vorm van self-talk: innerlijke coaching of motivatie. Terwijl positieve aanmoedigingen als “kom op” of “je kunt dit” gericht zijn op bemoediging, werkt vloeken meer als een mentale ontlading. Het vermindert spanning en woede, waardoor er ruimte ontstaat om door te zetten.

Jurgen merkt op dat het effect vooral optreedt als het vloeken spontaan is, niet als trucje. Zodra iemand bewust probeert te vloeken om beter te presteren, verdwijnt de emotionele lading en daarmee ook de fysiologische respons. Herhaald vloeken heeft bovendien minder effect: gewenning zorgt ervoor dat het lichaam niet langer reageert. En wie zijn frustratie op zichzelf richt in plaats van op de situatie, zou zichzelf wel eens naar een mindere prestatie kunnen vloeken.

Muziek, motivatie en andere alternatieven

Niet iedereen voelt zich comfortabel bij schelden tijdens het sporten. Voor hen zijn er gelukkig andere strategieën met een vergelijkbaar effect. Muziek met een krachtige beat of expliciete teksten blijkt bijvoorbeeld een sterke motivatieboost te geven. Dat heeft deels te maken met ritme en emotie, maar ook met de herkenbare agressieve toon die sporters helpt om pijn te verdragen.

Gewoon vrolijke, positieve aanmoediging kan al effectief zijn. Een review uit 2025 laat zien dat sporters die tijdens een maximale inspanningstest verbaal werden aangemoedigd, gemiddeld beter presteerden dan degenen die in stilte moesten doorgaan. De rode draad: woorden, toon en emotie beïnvloeden het lichaam op een dieper niveau dan we vaak denken.

Guido Vroemen over de kracht van taal

Aan het eind van de aflevering schuift Guido Vroemen weer aan. Als sportarts heeft hij talloze atleten getest, en hij hoort regelmatig krachttermen door de testruimte galmen. Guido begrijpt dat vloeken kan helpen om spanning en pijn te kanaliseren, zolang het gepast blijft. Hij benadrukt dat de inhoud van een vloek cultureel bepaald is. In Nederland zijn godslasterlijke woorden gebruikelijk, terwijl in Engelstalige landen eerder seksuele termen worden gebruikt. De fysiologische reactie is echter hetzelfde: een kortdurende piek in spanning en kracht.

Voor Guido is de conclusie helder: taal is een krachtig middel in sport, of het nu om vloeken, muziek of aanmoediging gaat. De juiste woorden kunnen nét dat extra zetje geven op het moment dat het zwaar wordt.

Wat leren we van al dat gevloek?

De conclusie van Gerrit en Jurgen is nuchter. Vloeken kan helpen, maar alleen onder de juiste omstandigheden. Het werkt vooral bij korte, intense momenten waarop pijn en frustratie hoog oplopen. Het is geen wondermiddel, maar een tijdelijk hulpmiddel dat samenhangt met emotie en timing.

Voor wie liever netjes blijft, zijn er genoeg alternatieven. Positieve self-talk, opzwepende muziek of een paar goede aanmoedigingswoorden kunnen hetzelfde doel dienen: even door de pijn heen breken.

Zoals Guido het samenvat: gebruik woorden die bij jou passen, maar doe het met gevoel. Een echte vloek werkt alleen als hij ergens vandaan komt.

Vragen die in deze aflevering worden beantwoord zijn:

1. Helpt vloeken echt om beter te presteren tijdens het sporten?
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vloeken tijdelijk kan helpen om beter te presteren, vooral bij korte, krachtige inspanningen. Het verhoogt de hartslag, onderdrukt pijn en activeert het zenuwstelsel, waardoor je net iets dieper in je reserves kunt tasten.

Het effect is vooral merkbaar bij sprinten, gewichtheffen of korte tests. Bij duursport is het verschil minimaal. Vloeken is dus geen wondermiddel, maar kan als emotionele ontlading wel bijdragen aan een betere sportprestatie.

2. Waarom werkt een vloekwoord beter dan een verzonnen krachtterm?
Volgens taboestrijder Filip de Groeve zit de kracht van een vloek in de emotionele lading. Omdat taboewoorden vaak verboden waren in onze jeugd, zijn ze diep in ons brein verankerd. Ze roepen daardoor een fysieke reactie op die verzonnen woorden niet teweegbrengen. Een echt vloekwoord triggert emoties, spanning en adrenaline, terwijl een ‘nepwoord’ dat niet doet. Het effect van vloeken op sportprestatie is dus niet rationeel, maar biologisch en emotioneel.

3. Kun je vloeken bewust inzetten als strategie tijdens inspanning?
Niet echt, zeggen Gerrit en Jurgen. De kracht van vloeken zit juist in de spontaniteit. Wie probeert te vloeken omdat het “zou moeten helpen”, mist de oprechte emotie die het effect veroorzaakt. Bovendien treedt gewenning op als je het te vaak doet.

De beste resultaten zie je bij sporters die uit pure frustratie of pijn een vloek laten ontsnappen. Zodra het een trucje wordt, is het effect verdwenen.

4. Zijn er alternatieven voor sporters die niet willen vloeken?
Absoluut. Muziek met een stevige beat of zelfs expliciete teksten kan een vergelijkbare reactie oproepen. Het verhoogt de motivatie en maakt pijn draaglijker. Ook positieve self-talk en aanmoediging van teamgenoten werken goed.

Uit recent onderzoek blijkt dat sporters die verbaal werden aangemoedigd tijdens een test beter presteerden dan sporters die in stilte moesten doorgaan. Uiteindelijk draait het om taal, emotie en ritme: woorden hebben kracht, ook zonder vloeken.

5. Wat vindt Guido Vroemen van vloeken in de sportpraktijk?
Guido ziet regelmatig dat sporters vloeken tijdens zware inspanningstesten. Hij begrijpt dat mechanisme: een krachtterm kan helpen om pijn of frustratie los te laten. Zolang het niet respectloos is, ziet hij het als een natuurlijke reactie.

Guido benadrukt wel dat het niet om het woord zelf gaat, maar om de emotie erachter. Wie die energie positief weet te gebruiken, haalt er het meeste voordeel uit.

6. Wat is de belangrijkste les uit deze aflevering?
Vloeken kan tijdelijk helpen om door pijn en vermoeidheid heen te breken, maar het is geen structurele prestatieverbeteraar. De sleutel ligt in hoe taal en emotie samenwerken.

Of je nu vloekt, zingt of jezelf toespreekt: de woorden die bij jou passen, hebben het meeste effect. Slim presteren betekent niet dat je netjes moet blijven, maar dat je bewust omgaat met wat jou mentaal sterker maakt.

Video over vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

https://www.youtube.com/watch?v=vO8m41cYQWw

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *