Categorieën
Seizoen 2 Sport psychologie

34. Sporten in de natuur: wat is de meerwaarde?

Home » Afleveringen

Dit is de 34ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Sporten in de natuur: wat is de meerwaarde?’.

Dat bewegen gezond is, is algemeen bekend. Net zoals dat een wandeling in de natuur je goed doet. Maar kan de natuur het gezonde effect van sporten eigenlijk ook versterken en levert een uurtje bewegen in het groen inderdaad meer op dan een uurtje in de sportschool? Het zijn vragen die centraal staan in de 34e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast.

De positieve invloed van de natuur op ons welbevinden

Begin jaren ’80 kreeg de Amerikaanse gezondheidsonderzoeker Roger Ulrich toestemming om in een ziekenhuis in de buurt van Philadelphia een stapel patiëntendossiers door te spitten. Ulrich richtte zich daarbij op de galblaasoperatie. Hoeveel dagen duurde het voordat mensen hiervan herstelden, hoeveel pijnstillers hadden ze daarbij nodig en had de verpleging nog bijzonderheden opgemerkt? Dat hier behoorlijke verschillen in waren, was geen verrassing.

Ulrich was echter benieuwd of het er mee te maken had in welke kamer een patiënt had gelegen en dan vooral wat het uitzicht vanuit het ziekenhuisbed was geweest. Na grondige analyse van bijna vijftig patiënten trok Ulrich zijn op dat moment baanbrekende conclusie dat het blikveld wel degelijk een verschil maakte voor het herstel na een operatie. Keken de patiënten namelijk uit op een landelijke omgeving, dan konden zij een stuk eerder naar huis dan wanneer ze uitzicht op een blinde muur hadden.

Bevordert de natuur ook je sportprestatie?

Dat de natuur ons welbevinden bevordert blijkt inmiddels uit tal van andere studies. Mensen die dichtbij de natuur wonen, hebben minder ziektes en leven langer, ze voelen zich beter en hebben minder last van depressies. Bovendien nodigt de natuur mensen uit om erop uit te trekken.

Maar of daarmee bewezen is dat sporten in de natuur méér oplevert dan je uitsloven in de sportschool is nog niet direct een uitgemaakte zaak. Vergeet daarbij ook niet dat hardlopen bij tropische temperaturen voor de meesten geen lolletje is en een rondje fietsen tijdens het pollenseizoen voor een atleet met hooikoorts een ware hel kan zijn.

Op zoek naar wetenschappelijk bewijs

In deze aflevering van de Slimmer Presteren Podcast gaan Gerrit en Jurgen op zoek naar het wetenschappelijke bewijs dat sporten in de natuur extra gezond is en horen ze tijdens het vaste rondje ‘Zoomen met Vroemen’ of het coach Guido Vroemen eigenlijk uitmaakt waar zijn atleten precies trainen.

Video over Sporten in de natuur: wat is de meerwaarde?

Categorieën
Seizoen 2 Training en herstel

33. Sporten na corona: kan dat zomaar?

Home » Afleveringen

Dit is de 33ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Sporten na corona: kan dat zomaar?’.

Het COVID-19 virus tast niet alleen de luchtwegen en longen aan, maar kan ook je hersenen, hart en andere organen een opdoffer geven. Wanneer mag je eigenlijk weer sporten na een corona-infectie en waar moet je dan rekening mee houden? Gerrit en Jurgen bespreken het in aflevering 33 van de Slimmer Presteren Podcast.

Sporten na corona en ‘Long Covid’

Voor de WK mountainbike begin oktober was Anne Terpstra, een pupil van Guido Vroemen, volop in het sportnieuws. Niet zozeer omdat ze kanshebster op een podiumplaats was, maar vooral omdat ze überhaupt aan de start verscheen. Terpstra had namelijk in maart het coronavirus opgelopen, tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika. De covid-infectie had duidelijk zijn weerslag op de conditie van Terpstra. Ze was snel buiten adem en had geen fut om te fietsen. En deze klachten hielden veel langer aan dan bij een normaal griepje, zoveel werd Terpstra en coach Vroemen ook snel duidelijk.

Het zijn verhalen die steeds vaker te horen zijn, niet alleen van een aantal topsporters maar meer nog van recreatieve atleten. Langdurige klachten na een corona-infectie, vooral vermoeidheid. Probeer dan maar eens in beweging te komen. ‘Long Covid’ is de term die wetenschappers eraan geven. Weken, nee maanden nog naweeën van het virus, waar het lichaam maar niet van af weet te komen. Ook wordt duidelijk dat het virus niet alleen de ademhalingswegen en longen als schuilplek opzoekt maar zich ook op andere plekken in het lichaam, zoals in de hersenen en het hart, nestelt. Is het dan eigenlijk wel verstandig om weer te gaan sporten?

Het is de centrale vraag in de 33e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast. Onze presentatoren horen van een sportieve veertiger hoe het lijf na een corona-infectie zich verzet tegen elke vorm van inspanning en bellen met sportarts Kasper Janssen over de effecten van het virus op de hartspier en andere organen en wat je daar als sporter nou mee aan moet. Tijdens het wekelijkse ‘Zoomen met Vroemen’ horen Gerrit en Jurgen van coach en sportarts Guido Vroemen hoe hij ervoor wist te zorgen dat Anne Terpstra na een tijdje toch weer voluit op de mountainbike kon gaan.

Video over Sporten na corona: kan dat zomaar?

Categorieën
Seizoen 2 Sport psychologie

32. Het sterke sportgeslacht: aandacht voor de vrouwen

Home » Afleveringen

Dit is de 32ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Het sterke sportgeslacht: aandacht voor de vrouwen’.

Hoewel in ons land de vrouwen de meeste successen op internationale toernooien behalen, krijgen de mannelijke sporters veruit de meeste aandacht. Waar komen de fysiologische man-vrouw verschillen tijdens inspanning vandaan? En op welk gebied kunnen de mannen zeker nog wat leren van de vrouwen? In deze aflevering hoor je alles over het hoe en wat van het sterke sportgeslacht.

Mannen, vrouwen en de verschillen in sportprestaties

Toen de wetenschap voorspelde dat mannen minder dan twee uur marathonlooptijd zouden bereiken, kwam Jurgen op het idee voor een artikel: Waar blijven de vrouwen toch? Tijdens zijn research voor dit artikel kwam hij tot interessante inzichten.

Inspanningsfysioloog en anesthesioloog Michael Joyner maakte jaren geleden aan de hand van mannelijke fysiologische kenmerken (zoals testosterongehalte en spiermassa) een berekening. Het resultaat? Voor mannen moest het mogelijk zijn om de finish van een marathon in minder dan twee uur te bereiken. Voor vrouwen maakte hij net zo’n berekening. Hij schreef hier een artikel over: zij zouden bij twee uur en vijftien minuten hun uiterste ondergrens van looptijd al behaald hebben. Je zou op basis hiervan dus kunnen zeggen dat vrouwen meer tijd nodig hebben dan mannen. Maar je zou ook kunnen zeggen dat mannen al die tijd al langzamer liepen. Dit omdat ze pas veel later hun benedengrens aantikten.

Fysiologische kenmerken op een rij

Maar is het voor vrouwen écht onmogelijk om in minder dan twee uur een marathon uit te lopen? Welke (fysiologische) voordelen hebben vrouwen vergeleken met mannen als het gaat om sportprestaties? En zijn vrouwen misschien wel het sterkere sportgeslacht? Gerrit en Jurgen hebben het erover in aflevering 32, en praten met Guido Vroemen tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’.

Video over Het sterke sportgeslacht: aandacht voor de vrouwen

Categorieën
Interview met gast Seizoen 2

31. Slimmer presteren door goed slapen

Home » Afleveringen

Dit is de 31ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over: Slimmer presteren door goed slapen.

‘De Tour win je in bed’, aldus Joop Zoetemelk. De voormalig renner zag het belang van voldoende slaap voor een goede sportprestatie al in. Maar wat als je een slechte slaper bent of dat de spanningen voor een wedstrijd je uit je slaap houden, wat moet je dan? Gerrit en Jurgen vragen het aan onze ‘Special Guest’, sportarts en slaapdeskundige, Kasper Janssen.

Het beste herstelmiddel

Toen Gerrit en Jurgen in aflevering 2 van de podcast – die over optimaal herstellen na het sporten ging – het boek ‘Good to Go’ van de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Christie Aschwanden bespraken, kwam het al als beste herstelmiddel voor een atleet naar voren: voldoende slaap. Want ja, allemaal leuk en aardig die fancy drankjes en gadgets die er op de markt zijn en pretenderen dat je hiermee sneller bijkomt na een training, wie het moet doen met te weinig slaapuren of bewust wordt gewekt terwijl hij net aan het tukken is, zal dit uiteindelijk merken in zijn sportprestatie. Die gaat namelijk achteruit.

Zo ook Kasper Janssen, die als roeier tijdens zijn drukke co-schappen te maken kreeg met korte en doorwaakte nachten, en op zoek ging naar manieren om zijn slaapgedrag te verbeteren. Hij dook in de wetenschappelijke studies naar het effect van slaap op de sportprestatie en ziehier: basketballers scoren meer, tennissers serveren nauwkeuriger, studenten sprinter snellers en netbalspelers springen hoger wanneer ze aan hun benodigde hoeveelheid slaap zijn gekomen.

Slimmer presteren door powernaps en goed slapen

Dat laatste is zelfs lastig voor Nederlandse topsporters blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit, waar 42% werd gekarakteriseerd als ‘matige slaper’. Maar er zijn uitzonderingen: Epke Zonderland en Pieter van den Hoogenband bijvoorbeeld, die beiden gretig gebruik maken van een powernap in de voorbereiding op een belangrijke training of wedstrijd. Janssen gebruikte deze kennis tijdens het schrijven van zijn boek ‘De Powernap paradox – hoe een simpel dutje je beter laat presteren’.

In de 31e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen met ‘slaapdokter’ Kasper Janssen het belang van slaap op de sportprestatie en wat een powernap daaraan bij kan dragen. Zijn er andere slimme manieren, trucs, apps of speciale middeltjes op de markt om de slaapkwaliteit te verbeteren? En is een slaapcoach, zoals de wielerploeg van Sky een paar jaar geleden in zijn gelederen had, inmiddels een must voor iedere topsporter?

Video over Slimmer presteren door goed slapen

Categorieën
Innovaties Seizoen 2 Wielrennen

30. Innovaties in het wielrennen: zijn ze allemaal zo nuttig?

Home » Afleveringen

Dit is de 30ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Innovaties in het wielrennen: zijn ze allemaal zo nuttig?’.

De Tour en het WK zijn net voorbij en nu zitten we alweer midden in de Giro en de ‘voorjaarsklassiekers’. Het is eindelijk weer koers! Opvallend is dat het peloton ieder jaar weer een stukje harder lijkt te gaan. In hoeverre hebben innovaties als windtunnels, voedingsapps, hoogtestages en ketonen hieraan bijgedragen? En wat heeft de amateurfietser eigenlijk aan al die nieuwe ontwikkelingen in de wielersport? Je hoort het in de 30e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast.

Het begin van innovaties in het wielrennen

Toen Primoz Roglic op 19 september 2020 ontredderd op de top van La Planche des Belles Filles neerzeeg vanwege het verlies van de gele trui aan zijn landgenoot Tadej Pogacar, gingen onherroepelijk de herinneringen van veel wielerliefhebbers terug naar 23 juli 1989. Even hulpeloos als Roglic ruim dertig jaar later lag die dag Laurent Fignon, de Fransman met de kenmerkende studentenbril en blonde paardenstaart, uitgeput op het asfalt van de Champs-Élysées. Weg was de gele trui en de Tourwinst: Fignon had 8 seconden te lang over de afsluitende tijdrit van Versailles naar hartje Parijs gedaan.

Greg Lemond nam in 1989 de hoogste trede van het Tourpodium in. Waar de Amerikaan op de afsluitende dag zijn ‘buitenaardse’ snelheid van gemiddeld 54 en een halve kilometer per uur vandaan had getoverd, was toen nog grotendeels gissen. Dat is tegenwoordig wel anders. Een goede stroomlijn op de fiets tijdens een tijdrit is een basisvoorwaarde voor een renner die hoog wil eindigen in het klassement. Het revolutionaire triatlonstuur en de Calimero-helm waar Lemond destijds mee op de proppen kwam, bleken dan ook blijvende innovaties in de wielersport. Om kleine procentjes winst te halen, laten ploegen tegenwoordig hun fietsen, helmen en kleding doormeten in de windtunnel waar ook de renners zelf opgevouwen op hun tijdritfiets de koude luchtstromen moeten doorstaan.

En aerodynamica is nog maar één aspect waar een wielerteam veel aandacht, tijd en geld aan besteed. Uitgekiende trainingsschema’s, gebalanceerde voedingsstrategieën al dan niet met ketonen op het menu, trainingskampen in de bergen: het heeft er alle schijn van dat wetenschappelijke kennis op alle fronten toegepast wordt in het moderne wielrennen. Maar is dit ook zo en wat is het bewijs dat deze innovaties de fietsprestatie echt helpen?

In de 30e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast nemen Gerrit en Jurgen de vernieuwingen en innovaties in het wielrennen van de laatste jaren onder de loep en tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ horen zij coach Guido Vroemen uit over de laatste foefjes op het gebied van de aerodynamica.

Video over Innovaties in het wielrennen: zijn ze allemaal zo nuttig?

Categorieën
Seizoen 2 Sportvoeding

29. Bietensap als ‘toverdrank’: zinvolle aanvulling op het dieet voor sporters?

Home » Afleveringen

Dit is de 29ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Bietensap als ‘toverdrank’: zinvolle aanvulling op het dieet voor sporters?’.

Tijdens de Olympische Spelen in Londen in 2012 stonden verdacht veel atleten met paars uitgeslagen lippen en een donkerrode gloed op hun tanden aan de start: bietensap maakte zijn intrede in de sportwereld. Tien jaar later prijzen fabrikanten van voedingssupplementen het paarse goedje nog altijd aan als ondersteuning van de sportieve prestaties. Waarom eigenlijk?

Het magische bestanddeel: Nitraat

Het zijn niet zozeer de vitaminen of het ijzer in de bietensap die de sportprestatie omhoog stuwen. Nitraat is namelijk het bestanddeel van de biet waar magische krachten aan toegeschreven worden. In 2007 publiceerden Zweedse wetenschappers voor het eerst dat nitraat gunstige effecten op de sportprestatie heeft. Ze lieten een klein groepje van negen jonge mannen fietsen op een hometrainer en gaven ze een sapkuurtje van drie dagen. De ene keer zat er nitraat in het drankje, de andere keer was het water maar dan wel met dezelfde smaak, kleur en geur als het nitraatsapje. Tot hun eigen verbazing zagen de onderzoekers dat de negen mannen minder zuurstof hoefden te gebruiken tijdens hun fietssessie wanneer ze het echte nitraatsapje hadden gedronken. Het leek er sterk op dat het nitraat ervoor zorgde dat ze efficiënter met hun energie om konden gaan.

Sindsdien is nitraat hot en met name de groenten die een flinke hoeveelheid ervan bevatten. Dat zijn rucola en spinazie maar vooral rode bieten en dus ook het sap ervan. Gezien het aantal verhalen op internet over wielrenners met een felroze plas en lopers die kokhalzend hun paarse maaginhoud naar buiten werken na een race, zijn het vooral duursporters die van de bieten wel pap lusten.

Van nitraat naar nitriet

Het nitraat is trouwens niet de echte stof waar het om draait maar meer het verpakkingsmiddel. Bacteriën in het speeksel zetten in de mond nitraat om in nitriet, waar vervolgens in het lichaam het gas stikstofmonoxide van wordt gemaakt. Sommige tandpasta’s of kauwgum hebben een vernietigende werking op deze bacteriën, zodat nitraat niet wordt omgezet. Kom je een sporter tegen met paarse tanden en een slechte adem, dan heeft hij hoogstwaarschijnlijk van de bieten gesnoept!

Na de Zweedse studie in 2007 stond ook de wetenschap niet stil en vele studies volgden. Maar een consistent gunstig effect op de sportprestatie werd niet altijd gevonden. Waar dat precies aan ligt, daar proberen Gerrit en Jurgen in de 29e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast een antwoord op te vinden; Gerrit als proefkonijn tijdens een hardloopwedstrijd, Jurgen door de verschillende wetenschappelijke inzichten op een rijtje te zetten. En schotelt coach Guido Vroemen zijn atleten eigenlijk bietensap voor? Je hoort het tijdens ons vaste onderdeel ‘Zoomen met Vroemen’.

Video over Bietensap als ‘toverdrank’: zinvolle aanvulling op het dieet voor sporters?

Categorieën
Seizoen 2 Training en herstel

28. Trainingsleer: hoe train je altijd met resultaat?

Home » Afleveringen

Dit is de 28ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Trainingsleer: hoe train je altijd met resultaat?’.

Sneller, hoger, sterker en gezonder: het zijn de beloofde opbrengsten van hard trainen. Maar niet iedereen verbetert tijdens een trainingsprogramma; sommigen mensen zelfs helemaal niet. Hoe zorg je ervoor dat je profijt van een training hebt en dat je lichaam ook op langere termijn reageert op de aangeboden prikkels?

Non-responders en trainingsleer

Ze zijn vaak de lastpakken voor een onderzoeker die op zoek is naar snelle resultaten en een simpele statistische analyse: mensen die niet, of zelfs tegendraads, reageren op een onderzochte interventie. Non-responders worden ze genoemd en ze worden regelmatig aangetroffen in experimentele studies naar (genees)middelen of het effect van een hoogtestage op de fysieke prestatie. Maar ook als het om sport en bewegen gaat, zijn er mensen bij wie een trainingsprogramma niet lijkt aan te slaan.

Het was één van de belangrijke conclusies van de HERITAGE family study die eind vorige eeuw in vijf Amerikaanse en Canadese onderzoekscentra uitgevoerd werd. Ruim 700 leden van in totaal 130 families, die gezond waren maar weinig aan sport deden, werden twintig weken lang onder begeleiding aan een gestandaardiseerd en progressief fietsprogramma van in totaal zestig trainingen onderworpen en de effecten ervan op hun gezondheid aan de hand van een batterij aan parameters bepaald. Die vielen gemiddeld genomen weliswaar positief uit, maar hoofdonderzoeker Claude Bouchard merkte tevens op dat er een enorme variatie tussen mensen was en dat sommigen ogenschijnlijk nul profijt van de training hadden.

Ander onderzoek in de grote variatie in trainingsverbetering

De bevinding dat er een grote variatie bestaat in de lichamelijk reactie van mensen op een beweegprogramma is inmiddels bevestigd in andere onderzoeken. In 2017 kwam een groep van internationale onderzoekers bij elkaar in Baton Rouge in de Verenigde Staten om de bestaande studies op een rij te zetten. Hun conclusie: ongeacht de precieze lengte van het totale programma (vanaf twintig weken tot twaalf maanden) en de frequentie, duur en intensiteit van de trainingen, en ongeacht om welke groep proefpersonen het gaat, er bestaat een groep mensen die amper lijkt te reageren op een vaststaande ‘dosis’ inspanning, zelfs wanneer dat onder professionele begeleiding gebeurt. In het geval van een programma dat gebaseerd is op de algemene beweegrichtlijnen gaat het hierbij om zo’n één op de vijf mensen die als een non-responder kunnen worden gezien.

In de 28e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen waar de grote variatie in trainingsverbetering vandaan komt en hoe een sporter ervoor zorgt dat hij geen non-responder wordt. Tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ vertelt coach Guido Vroemen trainingsleer en welke acties hij allemaal onderneemt zodat zijn atleten optimaal blijven reageren op de training.

Video over Trainingsleer: hoe train je altijd met resultaat?

Categorieën
Hardlopen Seizoen 2 Sport psychologie Wielrennen

27. De Solo Rider: Hoe sterk is de eenzame fietser (hardloper, zwemmer, schaatser…)?

Home » Afleveringen

Dit is de 27ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘De Solo Rider: Hoe sterk is de eenzame fietser (hardloper, zwemmer, schaatser, …)?’.

Een mooier slotstuk kan de Tour van 2020 zich niet wensen. De 36 kilometer lange tijdrit met de klim naar La Planche des Belles Filles betekent dat de renners voor het eerst helemaal op zichzelf aangewezen zijn, zonder ploeggenoten om ze uit de wind te houden of moed in te spreken bij tegenslag. Maar waarom voelt alleen sporten zoveel zwaarder dan samen in een groep en hoe zorg je ervoor dat je in je uppie ook het beste uit jezelf haalt?

Verplicht solo riders door corona

Wellicht was dit nog een positieve bijdrage die corona aan atleten gaf: in groepen sporten mocht lange tijd niet dus moest er alleen getraind worden. En dat is een stuk lastiger. Het gemak van de slipstream om energie te sparen zal iedere wielrenner wel kennen maar er is nog een voordeel wanneer er anderen in de buurt zijn wanneer je op de fiets zit of aan het hardlopen bent.

Op grond van onderzoek concludeerde de Amerikaanse psycholoog Norman Triplett in 1898 namelijk al dat wanneer mensen in groepsverband de competitie aangaan er verborgen krachten vrijkomen. Dit groepsgedrag is onbewust: sporters bij elkaar gedragen zich niet anders dan kakkerlakken die in een donkere buis naar de uitgang worden gelokt met een lampje. Ook zij bewegen sneller wanneer ze met soortgenoten in de buis worden gezet dan in hun eentje, zo volgt uit onderzoek van de bekende Amerikaans-Poolse psycholoog Robert Zajonc.

Volgens het fenomeen van sociale facilitatie roept de aanwezigheid van anderen een dusdanige spanning in ons op dat ons lichaam overgaat op de automatische piloot en daardoor eenvoudige taken beter kan verrichten. En wat is de meest eenvoudige taak voor een wielrenner, zwemmer, hardloper en schaatser? Juist ja, fietsen, zwemmen, rennen en schaatsen.

Virtuele motivatie

Hiervoor is niet eens een hele groep nodig. Eén tegenstander is al genoeg en die hoeft niet eens van vlees en bloed te zijn. Dit laat onderzoek van onder andere de Rijksuniversiteit in Groningen zien. Goedgetrainde wielrenners trapten tijdens een tijdrit van vier kilometer op de fietsergometer een groter vermogen wanneer ze op het scherm voor zich een virtuele tegenstander in de vorm van een avatar zagen fietsen dan wanneer die niet in beeld was.

Het is geen gekke gedachte daarom dat er allerlei technologische initiatieven opduiken waarin een atleet de strijd kan aangaan met een virtuele tegenstander. De meeste wielrenners kennen Zwift inmiddels maar wat te denken van de ‘Ghost Pacer’, een VR-bril die ervoor zorgt dat er een avatar met je meeloopt in precies het tempo dat jij wil. Maar er zijn ook psychologische trucjes om het sporten in je uppie gemakkelijker te maken. Denk aan positieve zelfspraak of de gedachte aan een lachend gezicht met als doel om niet afgeleid te worden door vervelende gedachten en twijfels die zich in het hoofd aandienen wanneer de inspanning veel van je vraagt.

In de 27e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast gaan Gerrit en Jurgen dieper in op de wetenschappelijke inzichten van het alleen sporten en vertellen ze over hun eigen ervaringen wanneer er (geen) tegenstanders in de buurt zijn. Tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ horen ze van coach Guido Vroemen of hij op dit gebied nog speciale tips en tricks voor zijn atleten gebruikt.

Video over De Solo Rider: Hoe sterk is de eenzame fietser (hardloper, zwemmer, schaatser, …)?

Categorieën
Seizoen 2 Sport psychologie Training en herstel

26. Pijn is fijn: de melkzuur mythe en de lactaat laster

Home » Afleveringen

Dit is de 26ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over pijn tijdens het sporten: ‘Pijn is fijn; de melkzuur mythe en de lactaat laster.’

Zware inspanning gaat gepaard met het gevoel stuk te gaan, maar wat voel je eigenlijk? Wat betekent deze pijn tijdens het sporten? En lukt het ons in deze aflevering om een hardnekkig misverstand over melkzuur en lactaat de wereld uit te helpen?

Het misverstand van pijn, melkzuur en lactaat

‘No pain, no gain’: hard gaan en spieren kweken, het gaat allemaal niet vanzelf. Intensieve inspanning gaat zelfs gepaard met zo’n vervelende vermoeidheid en pijn dat je het liefste wil stoppen. Melkzuur en lactaat worden vaak als de hoofdschuldigen hiervan aangewezen, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit een hardnekkig misverstand is.

Een misverstand dat zo’n 100 jaar geleden al ontstaan is. In 1922 namelijk, toen de bekende Britse fysioloog Archibald Hill de Nobelprijs voor zijn werk naar de energieaanmaak tijdens het sporten won. Gebaseerd op metingen in de spieren van herten die, nadat ze opgejaagd en gevangen waren, de aanwezigheid van melkzuur aantoonden, nam Hill aan dat melkzuur het belangrijkste eindproduct van de energieproductie in spieren tijdens inspanning moest zijn. Hij bleek het verkeerd te hebben: het gevonden melkzuur in de herten was ontstaan door een onbedoelde chemische reactie in het laboratorium.

Maar lactaat dan, is dat dan de boosdoener? Nee, het lijkt er niet op want toen onderzoekers deze stof in de duim van proefpersonen spoten, deed het ze weinig. Bovendien blijkt lactaat ook nog eens een uitstekende brandstof voor het hart, de hersenen, en de spieren zelf.

Waar komt die pijn tijdens het sporten dán vandaan?

Waar de pijn in de benen tijdens die zware klim op de fiets of dat sprintje tijdens het hardlopen dan vandaan komt, we weten het eigenlijk niet. Net zoals het onduidelijk is wat je nu precies voelt als je het zwaar krijgt? Brandt het? Zeurt het? Prikt het? Waarom zorgt dat vervelende gevoel er eigenlijk voor dat je wil opgeven? En hebben topatleten hier geen last van?

In deze 26e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast bespreken Gerrit en Jurgen de huidige inzichten van het ‘pijn lijden’ tijdens inspanning en gaan ze zelf ook op de pijnbank door het doen van een heuse ‘ijswater test’. Tijdens het ‘Zoomen met Vroemen’ vertelt coach en trainer Guido Vroemen hoe hij zijn atleten traint om met de pijn tijdens het sporten om te gaan.

Video over Pijn is fijn: de melkzuur mythe en lactaat laster

Categorieën
Hardlopen Marathon Seizoen 2 Sportvoeding Tips marathon Wielrennen

25. Wat moet je eten voor extreme sportieve inspanning?

Home » Afleveringen

Dit is de 25ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over: Wat moet je eten voor en tijdens extreme sportieve inspanning?

De renners in de Tour de France zijn nog niet halverwege maar hun verbrandingsmotor loopt al een week op volle toeren. Wielrenners verbruiken dan ook bakken met energie tijdens de drie weken die de Tour duurt en moeten flink bijeten om op gewicht te blijven. Maar wat als je veel langer door moet, hoe krijg je dan je energie binnen? Wat moet je dan eten voor het sporten?

Het belang van eten voor en tijdens het sporten

Opgeven door te weinig energie binnen te krijgen overkomt de beste atleten. Tijdens zijn eerste poging in 2018 om de Elfstedentocht zwemmend te volbrengen moest Maarten van der Weijden na 55 uur opgeven en dat kwam voornamelijk omdat hij onvoldoende eten en drinken naar binnen wist te werken. Dit lukt de meeste wielrenners tijdens de Tour tegenwoordig meestal wel, met dank aan een uitgekiende voedingsstrategie en een slimme voedsel-app die ervoor zorgt dat de verbruikte energie tijdens het fietsen heel strak weer aangevuld wordt.

Het dagelijks energieverbruik tijdens de Tour ligt op ruim 7500 kilocalorieën, zo laat wetenschappelijk onderzoek zien. Renners in een grote wielerronde opereren daarmee op een niveau van lichamelijke activiteit dat bijna 4,5 keer hoger ligt dan hun rustmetabolisme (BMR). In vergelijking met andere sporten (voetbal: 2,2 x BMR; langeafstandlopen: 2,0 – 2,3 x BMR; alpinisme: 2,2 – 2,5 BMR; roeien: 2,8 x BMR) is het fietsen van een grote ronde daarmee een inspanning met een behoorlijk hoog energieverbruik.

Langdurige inspanning en energieverbruik

Maar het kan nog hoger: bij deelnemers aan de Ironman op Hawaii bijvoorbeeld werd een energieverbruik van 9,4 keer het rustmetabolisme gemeten. Triatleten hebben echter wel het geluk dat ze deze zware inspanning niet weken aan één stuk hoeven te leveren. Dat moesten de twee mannen die in 1997 de Zuidpool over een afstand van 2300 kilometer wilden doorkruisen met elk een joekels zware slee (222 kilogram aan het begin van de trip) achter zich wél. De twee waren in totaal 95 dagen onderweg. Ze gingen diep en hun energieverbruik was navenant: tussen dag 20 en 30 werden waarden van zelfs meer dan zes keer hun rustmetabolisme gemeten.

Uiteindelijk viel tegen dit torenhoge energieverbruik niet op te eten. De twee verloren een kwart van hun lichaamsgewicht en moesten hun expeditie staken. Het laat zien dat er een grens is aan de hoeveelheid energie die mensen dag in dag uit kunnen verbruiken tijdens langdurige inspanning.

In de 25e aflevering praten Gerrit en Jurgen je bij over de energiepuzzel waar een atleet mee te maken krijgt wanneer hij wekenlang aan het rennen of fietsen is. Wat moet je eten voor en tijdens de sport? Tijdens het vaste rondje ‘Zoomen met Vroemen’ horen zij van coach Guido Vroemen over de voedingsstrategie van zijn duur-atleten.

Video over Wat moet je eten bij extreme sportieve inspanning?

Categorieën
Seizoen 2 Sportvoeding

24. Ketonen in het sportdieet: zinvol of onzin voor een betere sportprestatie?

Home » Afleveringen

Dit is de 24ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over ‘Ketonen in het sportdieet: zinvol of onzin voor een betere sportprestatie?’.

Met de Tour de France voor de deur schotelt de Slimmer Presteren Podcast deze vrijdagochtend hun volgers een portie ketonen voor. Want nu het wielerpeloton weer serieus gaat koersen, komt ook het gebruik van ketonen om de hoek kijken.

Zijn ketonen inderdaad een superbrandstof voor wielrenners en moeten ze daarom snel op het menu van iedere duursporter komen te staan? Wat is het bewijs inmiddels?

Ketonen als wondermiddel

Het was groot nieuws tijdens de Tour vorig jaar. Het halve peloton zat aan de ketonen en dat deden ze niet voor niets. De media hadden het al snel over een ‘wonderdrank’ want hoe anders konden de goede resultaten van bijvoorbeeld de Jumbo-Visma ploeg en Julian Alaphilippe verklaard worden?

Ploegleiders en renners zwakten de kracht ervan echter flink af: mogelijk zorgden ze ervoor dat de aanwezige voorraad suikers tijdens het fietsen minder snel opraakte en daar kon een renner in de finale profijt van hebben. Maar stelden ze: heel duidelijk was het allemaal nog niet en er was behoefte aan meer onderzoek. Inmiddels een jaar later is het daarom de grote vraag: wat laten de nieuwste studies zien?

Het ketogeen dieet: een betaalbaar alternatief?

Los hiervan zal de gemiddelde amateursporter niet zo snel naar de ketonen in een flesje grijpen vanwege het forse prijskaartje dat eraan hangt. Gelukkig zijn er voor deze groep andere manieren om de hoeveelheid ketonen in het lichaam op te krikken. Tijdens een ketogeen dieet, waarbij de inname van koolhydraten drastisch beperkt wordt, gaat het lijf bijvoorbeeld zelf over tot de aanmaak van ketonen. Het is populair bij duursporters maar werkt het ook positief op hun prestatie?

Wat de nieuwste inzichten over ketonen en een ketogeen dieet zijn, hoor je in de 24e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast. Jurgen en Gerrit zetten de wetenschappelijke studies op een rij en tijdens het Zoomen met Vroemen horen zij van coach Guido Vroemen of ketonen ook al tot de dagelijkse kost van zijn atleten behoren.

Video over Ketonen in het sportdieet: zinvol of onzin voor een betere sportprestatie?

Categorieën
Interview met gast Seizoen 2

23. Wouter Duinisveld: triatleet en hartpatiënt met een ultiem doorzettingsvermogen

Home » Afleveringen

Dit is de 23ste aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering praten Gerrit en Jurgen met Wouter Duinisveld: triatleet met een ultiem doorzettingsvermogen.

In 2006 verwoest een virus het hart van Wouter Duinisveld. Alleen een donorhart kan zijn leven uiteindelijk nog redden. Veertien jaar later is hij getrouwd, vader van twee kinderen én nog steeds fanatiek triatleet. Duinisveld is onze ‘special guest’ in de 23e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast.

Finish in zicht

‘Finish in zicht’. Het is de titel van de documentaire die eind augustus over Wouter Duinisveld verschijnt. Volgens de makers is het een documentaire over een triatleet, die ondanks en dankzij een donorhart alles uit het leven probeert te halen maar dit jaar plotseling met een nieuwe, gevaarlijke tegenstander te kampen kreeg: het coronavirus. Duinisveld behoort namelijk tot de risicogroep voor het virus. Om zijn donorhart goed te laten functioneren heeft hij een batterij aan medicijnen van de doktoren gekregen en daar zitten ook pillen bij die de immuunrespons beïnvloeden. Voor Duinisveld kan het COVID-19 vaccin daarom niet vroeg genoeg op de markt komen.

Geen triatlonseizoen voor Wouter Duinisveld

Het betekent voor de triatleet dat hij het triatlonseizoen, dat momenteel weer langzaam op gang komt, bewust aan zich voorbij laat gaan. Gelukkig beleefde hij zijn triatlondroom al eerder, in 2013, toen hij in Frankfurt de volledige Ironman wist te volbrengen; hij was de derde transplantatiepatiënt ooit. Sindsdien heeft Duinisveld meerdere (kwart/halve) triatlons volbracht.

Maar COVID-19 heeft hem als echtgenoot en papa ook doen beseffen dat de finish van zijn leven waarschijnlijk niet heel ver weg meer ligt. Een donorhart gaat gemiddeld genomen zo’n 10 tot 15 jaar mee. Omdat de documentaire ook als nalatenschap voor Duinisveld zijn kinderen bedoeld is, was dit gegeven des te meer een reden voor de makers om juist nu alles op alles te zetten om dit waar te maken.

In aflevering 23 vertelt Wouter Duinisveld hoe het hem als harttransplantatie-patiënt is gelukt om een sportief leven op te pikken, hoe hij de huidige coronatijd beleeft, en uiteraard over de totstandkoming van de documentaire ‘Finish in zicht’.

Video over Wouter Duinisveld: triatleet en hartpatiënt met een ultiem doorzettingsvermogen